Vermogen in bedrijf

Hoeveel vermogen hou je in je bedrijf?

Verschil tussen IB-ondernemer en DGA

Als ondernemer moet je over voldoende liquiditeiten beschikken om je bedrijf te runnen. Je moet tenslotte rekeningen betalen en kosten voorfinancieren. Maar hoeveel liquiditeiten mag je eigenlijk aanhouden? Wanneer is vermogen privé en wanneer zakelijk?

Heb je een eenmanszaak of VOF dan ben je IB-ondernemer; ondernemer voor de inkomstenbelasting. Dat is ook meteen het grootste verschil met een directeur-grootaandeelhouder (DGA). Die is in loondienst bij zijn B.V. en de liquiditeiten in een B.V. zijn per definitie ondernemersvermogen. Dat geldt niet voor de ondernemer met een eenmanszaak of VOF.

Als jij een eenmanszaak hebt

Heb je eenmanszaak; dan mag je in principe kiezen of je vermogen zakelijk is of privé. Zakelijk vermogen staat op je zakelijke bankrekening en privévermogen staat op je privérekening. Maar … je moet wel redelijk blijven. Echt overtollig vermogen ben je verplicht om als privé aan te merken. De vraag is: wat is overtollig? Daar is niet echt antwoord op te geven en je begrijpt dat daar juist met de belastinginspecteur discussie over kan ontstaan.

Discussie met de inspecteur

De belastinginspecteur moet aannemelijk maken dat er sprake is van duurzaam overtollig vermogen. De inspecteur moet dus ook de rechter hiervan overtuigen (als het zover komt). Zo kan het best zijn dat jij een grote reserve in je bedrijf houdt omdat er veel externe onzekerheden zijn. Je verwacht een crisis, minder opdrachten, problemen met een zakelijke partner of gezondheidsproblemen. Misschien heb je wel een groot bedrag gereserveerd om een grote investering te doen. En gezien de marktomstandigheden stel je dit nog een tijdje uit. Allemaal goede redenen om extra reserves in je bedrijf te houden.

De inspecteur zal jou al snel de vraag stellen waarvoor je het geld in de toekomst denkt te gaan gebruiken. Als je een ‘aannemelijke verklaring’ kunt geven voor het zakelijk aanwenden van de bedragen, dan is het voor de inspecteur lastig om te bewijzen dat er toch sprake is van blijvend overtollige liquide middelen. Het is daarom van belang dat je jaarlijks kunt onderbouwen welk deel van de liquide middelen als zakelijk kan worden aangemerkt (als werkkapitaal of tijdelijk overtollig liquide middelen).

Meer zakelijk vermogen is minder box 3-vermogen

Alhoewel de belastingheffing in box 3 onder druk staat, gaan we ervoor nu toch nog maar vanuit dat vanaf een bepaald vermogen belasting over het rendement moet worden betaald. Laat je je vermogen in het bedrijf zitten, dan telt dat niet mee voor het box 3-vermogen. Daar kan dus een voordeel worden behaald. Maar zoals gezegd: overtollig bedrijfsvermogen moet je als privévermogen aanmerken.

Er is nog de nodige onduidelijkheid over de hoogte van de vermogensrendementsheffing. De percentages voor 2022 zijn nog voorlopig en zullen uiterlijk 28 februari 2023 definitief zijn. Bovendien moet er nog duidelijkheid komen voor iedereen tegen eerder opgelegde heffingen over de jaren 2017 tot en met 2021. Tot slot komt er vanaf 2025 een nieuw stelsel. Echter is het altijd nog zo geweest dat je over je vermogen belasting moet betalen, dus daar kun je sowieso rekening mee houden.

Percentages box 3-inkomen

Soort vermogen20172018201920202021
Spaargeld0,25%0,12%0,08%0,04%0,01%
Overige bezittingen5,39%5,38%5,59%5,28%5,69%
Schulden3,43%3,20%3,00%2,74%2,46%

Voorlopige percentages 2022

  • Spaargeld: 0,01%
  • Overige bezittingen: 5,53%
  • Schulden: 2,46%

Op de website van de Belastingdienst kun je zelf het box 3-vermogen berekenen (sparen en beleggen) voor de jaren 2017 – 2021 (2022 en 2023 dus nog niet want dat is nog niet definitief).

NOVI TIP
Overtollige liquide middelen in je eenmanszaak of VOF moet je als privévermogen aanmerken (box 3). Als je aannemelijk kunt maken de liquide middelen zakelijk te gaan gebruiken, dan moet de inspecteur bewijzen dat dit niet zo is.

Afbeelding van Frauke Feind via Pixabay