Zo in het begin van het jaar is het slim om weer eens naar je uurtarief te kijken. De zakelijke kosten en de kosten voor levensonderhoud kunnen zeker gestegen zijn… Je kunt je uurtarief bepalen door het in te schatten, maar berekenen is veel nauwkeuriger.
Uurtarief bepalen: inschatten of berekenen?
Vaak wordt het uurtarief bepaald door wat om je heen te kijken wat anderen doen. Beter is om dit bij je brancheorganisatie te checken. Maar nog beter is om dit te berekenen.
Aan de slag
Bepaal je gewenste (minimum) bruto jaarinkomen en tel alle kosten daarbij op. Deel dit door het aantal declarabele uren op jaarbasis (dat zijn de uren die je bij een klant in rekening kunt brengen) en je weet je uurtarief. Dit uurtarief kun je dan weer vergelijken met hetgeen in de markt op dit moment gebruikelijk is en desgewenst naar boven of naar beneden aanpassen.
Jouw gewenste inkomen
Dat is natuurlijk voor iedereen anders. Begin met het netto gewenste inkomen per maand en vermenigvuldig dit met 12. Doe er eventueel nog iets bij voor vakantiegeld. Dat moet je dan wel nog bruto maken. Gebruik eventueel het procentuele verschil tussen bruto en netto van vorig jaar. Dat betekent dat je de betaalde inkomstenbelasting en premie zorgverzekeringswet erbij op moet tellen. Je kunt dit ook bij NOVI navragen.
De kosten die je maakt
Zakelijke kosten. Jouw zakelijke kosten zijn weliswaar aftrekbaar van je winst, maar je moet ze wel kunnen betalen. Tel ze daarom bij je gewenste inkomen op. Je vindt deze kosten in je boekhouding terug. Opgelet: vergeet zeker niet de premies voor je verzekeringen en je pensioen. Check ook dit bij je brancheorganisatie want vaak zijn er voor speciale branches ook speciale verzekeringen nodig. Kom je hier niet achter, verhoog dan de gewenste omzet plus de kosten met 20%.
Afschrijvingen. Zoals je weet moeten uitgaven die investeringen zijn over een aantal jaren afgeschreven worden. Die moet je dus niet vergeten.
Reserveringen. Dat geldt ook voor geld dat je jaarlijks moet reserveren om te zijner tijd een investering mee te kunnen doen.
Rentes en aflossingen. Ook iets wat vaker vergeten wordt: rente die je moet betalen en schulden die je moet aflossen.
Aantal declarabele uren
Je moet nu het gewenste inkomen inclusief de kosten nog delen door het aantal declarabele oftewel facturabele uren. Als je die weet uit het verleden dan is dat makkelijk en anders moet je ze berekenen. Dit doe je voor een jaar dat je helemaal vol zit als volgt: beschikbare arbeidstijd -/- niet-declarabele uren = declarabele uren.
Beschikbare arbeidstijd. In een jaar zitten over het algemeen 52 weken. Bij een 5-daagse werkweek komt dat overeen met 260 dagen. Trek daar de niet-werkbare dagen vanaf. Denk aan vakantie, ziekte, feestdagen, training en opleiding. Je houdt dan de beschikbare arbeidstijd in dagen over.
Niet-declarabele uren. Je zult verrast staan hoeveel uren je werkt, zónder dat je hier klanten een factuur voor kunt sturen. Schat zo goed mogelijk in hoeveel tijd je besteedt aan marketing, verkoop en acquisitie, netwerken, administratie, kantoorwerkzaamheden, onderhoud van gereedschappen e.d., enz. Trek deze niet-declarabele uren af van de beschikbare arbeidstijd en je houdt het aantal declarabele uren over.
NOVI TIP
Heb je voorgaande jaren voor de Belastingdienst je uren bijgehouden? Dan kun je daar uiteraard makkelijk het aantal gemiddelde declarabele uren uit halen.
Jouw uurtarief
Jouw uurtarief kun je nu berekenen:
Gewenste bruto jaarinkomen + alle kosten = bruto jaaromzet
Bruto jaaromzet : het aantal declarabele uren per jaar = uurtarief
Dit berekende uurtarief moet je nog beoordelen. Als het heel erg veel meer is dan je concurrenten, dan prijs je je zelf misschien uit de markt. Misschien is je gewenste inkomen dan te hoog of je maakt te veel kosten.
Het kan ook zo zijn dat jij meer waarde en kwaliteit kunt leveren dan je concurrenten en dat je daarom een hoger uurtarief kunt vragen dat hetgeen je berekend hebt. Met andere woorden: je kunt meer verdienen dan je gewenste inkomen.
NOVI TIP
Je kunt voor het berekenen van je uurtarief ook een tool van de Kamer van Koophandel gebruiken.
Als je ook in producten handelt
Als je zowel ‘uren’ als producten verkoopt, dan gaat bovenstaande berekening uiteraard niet op. Wat je eventueel zou kunnen doen is de marge op je producten meetellen bij de kosten. Is je verkoopomzet bijvoorbeeld € 200.000 en de marge is € 40.000 (20%), dan moet je deze € 40.000 bij de kosten tellen om op een goed uurtarief uit te komen. Dus niet alleen de € 160.000 aan inkoop, dan gaat de berekening scheef. Dit kan beste ingewikkeld worden maar ik help je daar graag bij.
Afbeelding van Nattanan Kanchanaprat via PixabayNOVI TIP
Bereken je uurtarief op basis van gewenst inkomen plus de kosten, gedeeld door het aantal declarabele uren. Beoordeel of dit in de markt niet te hoog is, óf dat je door jouw toegevoegde waar méér kunt vragen.
